Een encoder is een meetinstrument die het verdraaien van de as vertaalt in een analoog of digitaal signaal. Het signaal wordt doorgegeven via een communicatieprotocol en vertaald naar snelheid, afstand of positie. Encoders zijn te verdelen in incrementele en absolute encoders. Het aantal omwentelingen (single-turn of multiturn), resolutie, beschermingsklasse, behuizingstype, type kabel en kabelaansluiting, connectoren en as-eigenschappen zijn belangrijke factoren bij de keuze van een fieldbus encoder.
Een fieldbus of veldbus is een industriële, digitale bus voor besturing van machines en processen. Er zijn grote verschillen tussen de standaarden voor veldbussen. De verschillende veldbussen zijn niet altijd compatibel aan elkaar en leggen vaak de nadruk op verschillende functionaliteiten. Toepassingen variëren van transportbanden en productiefaciliteiten tot mobiele apparatuur, medische apparatuur, windturbines en zonnepanelen. Voorbeelden van fieldbus netwerken zijn: Profibus, CANopen en DeviceNet.
Profibus is de eerste internationale, open en producentonafhankelijke fieldbus voor gebouw-, productie- en procesautomatisering (conform EN 50170). Profibus heeft drie verschillende versies: Profibus PA, Profibus DP en Profibus FMS. Profibus PA is vooral bedoeld voor procesautomatisering en kan worden toegepast in explosieveilige omgevingen. Profibus DP (decentrale periferie) is bedoeld voor snelle gegevensuitwisseling op gebied van automatisering van gebouwen en fabrieken voor onder andere digitale besturingen. Profibus FMS (Field Message Specification) is geschikt voor gegevensuitwisseling met hogere lagen en objectgeoriënteerde communicatie in het cel- en veldgebied.
CAN staat voor Controller Area Network en is ontwikkeld voor toepassingen binnen de automobielsector en fabrieksautomatisering. Ook wordt de CANopen fieldbus gebruikt voor industriële toepassingen. CAN is een multi-masterable systeem, wat betekend dat alle gebruikers op elk moment toegang kunnen krijgen tot de bus, zolang de fieldbus vrij is. Als de fieldbus bezet is, krijgt de gebruiker met de hoogste prioriteit voorrang. DeviceNet is ook een CAN protocol, maar maakt gebruikt van Communications and Information Protocol (CIP).
De eCODE-serie fieldbus encoders van Scancon gebruiken een zeer nauwkeurig interpolerend optisch systeem dat zorgt voor een meting met hoge resolutie. Alle gegevens van het interpolerende systeem worden verwerkt door de microprocessor. Met een updatesnelheid van 10 milliseconde worden de gegevens verwerkt, zodat de informatie altijd up-to-date is. De waarden zijn beschikbaar door middel van de Profibus fieldbus interface. Lees meer over eCODE SCA94DD encoder.
Kenmerken ecode encoder SCA94DD:
De EXAG dual output fieldbus encoder is bedoeld voor gebruik in de olie- en gasindustrie, ATEX Zone 1 met de mogelijkheid tot terugkoppeling naar verschillende devices. De EXAG fieldbus encoder met dual output heeft zowel een incrementele als een absolute output en is compatibel met één van de fieldbussen: Profibus, DeviceNet of CANopen.
De dual output encoder heeft een resolutie tot 30 bits multi-turn en een incrementele resolutie tot 8192 pulsen per omwenteling. Lees meer over EXAG dual output encoder.
Kenmerken EXAG dual output encoder:
Fieldbus encoders transporteren signalen via Profibus en DeviceNet/CANopen datakabels. Profibus kabels moeten voldoen aan Busspecifieke eisen van de profibus/profinet-organisatie (PNO).
De kabels van ESCHA voldoen hieraan en zijn te verkrijgen in 5-pole (B-gecodeerd), M12, T-splitters en Y-splitters, connectoren, chassisdelen of recaptacles met een afdichting tot en met IP68 en een 360° afscherming en voldoen aan IEC 61076-2-101. De profibus kabels zijn bestand tegen temperaturen van -30 °C en +90 °C.
Voor CANopen-kabels en DeviceNet-kabels schrijft Gebruikersorganisatie ODVA een aantal eisen voor:
De CANopen-kabels en DeviceNet-kabels zijn voorzien van UL-certificering en kunnen weerstanden tot 120O aan. De kabels zijn te verkrijgen in 5-pole (B-gecodeerd), M12, T-splitters en connectoren, chassisdelen of receptacles met een afdichting tot en met IP68. De laatste over-mold voldoet aan de vereisten voor beschermingsklasse IP69K. De CANopen/DeviceNet kabels zijn bestand tegen temperaturen van -30 °C en +90 °C en voldoen aan de norm IEC 61076-2-101.